Verder leren
Bij het zwemdiploma B van het Zwem-ABC gaan we weer verder leren. De afstanden van de verschillende slagen worden uitgebreid en verder geperfectioneerd.
De zwemkracht van uw kind wordt nog beter ontwikkeld. Alles moet er sterker en mooier uitzien. 1 keer per week oefenen we 45 minuten. Er zijn speciale vaardigheden die de kinderen moeten kunnen. Een sprong rechtstanding in het water vanaf het startblok en een halve draai onder water. Met zwaardere kleding aan moet je niet alleen een grotere afstand afleggen, maar je moet ook nog eens onder een mat doorzwemmen. De kinderen worden sterker en daardoor veiliger in het water.
Eisen Zwemdiploma B
De opleiding voor het zwemdiploma B valt onder de opleiding ABC van ENVOZ. Hieronder vindt u de eisen voor het behalen van het zwemdiploma B.
B1 proef Survival
- Achterwaarts te water gaan
- aansluitend 15 seconden watertrappen
- gevolgd door 50 meter zwemmen
- onderbroken door 1 keer onder een drijvend voorwerp door zwemmen
- proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen
B2 proef Onder water oriëntatie
- Van de kant duiken, gevolgd door (zonder boven te komen)
- onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 6 meter van de (start-)kant bevindt
B3 proef Conditiezwemmen
- 25 meter schoolslag, gevolgd door
- 25 meter enkelvoudige rugslag, gevolgd door
- 25 meter schoolslag, gevolgd door
- 25 meter enkelvoudige rugslag, gevolgd door
- 25 meter schoolslag, gevolgd door
- 25 meter enkelvoudige rugslag, onderbroken door 2 keer een halve draai om de lengte-as (van rug naar buik en van buik naar rug)
B4 proef Borst- en rugcrawl
- 10 meter borstcrawl
- 10 meter rugcrawl
B5 proef Je vertrouwd voelen in het water
- In het water springen met een sprong naar keuze
- aansluitend 15 seconden drijven op de rug
- gevolgd door 5 meter hoofdwaarts voortbewegen op de rug met gebruik van armen in de richting van een drijvend voorwerp
- gevolgd door 20 seconden met gebruik van een drijvend voorwerp blijven drijven
B6 proef Boven water oriënteren en verplaatsen
- Van de kant te water gaan met een sprong naar keuze
- aansluitend 60 seconden watertrappen met verplaatsen in meerdere richtingen, met gebruik van armen en benen
- proef afronden met 1 keer voetwaarts richting de bodem zakken
Verplicht deel
- Gekleed: naar keuze te water gaan, geheel onder water gaan, gevolgd door 15 seconden watertrappen, gevolgd door 50 meter verplaatsen, onderbroken door 1 keer onder een drijvend voorwerp door zwemmen (overbruggingsafstand minimaal 30 centimeter)
- In badkleding: naar keuze te water gaan, 7 seconden drijven, gevolgd door 75 meter verplaatsen met een zwemslag naar keuze en 1 minuut watertrappen (30 seconden met alleen de armen of benen)
Open deel (in badkleding)
- Te water gaan
- Achterwaarts te water gaan
- Vanaf de kant in het water duiken
- Voetsprong
- 6 meter onder water zwemmen door een gat in een verticaal hangend zeil Voetwaarts richting bodem zakken
- 20 seconden met behulp van een drijvend voorwerp blijven drijven
- 15 seconden drijven op de rug
- 5 meter hoofdwaarts voortbewegen op de rug met gebruik van de armen
- zwemmen, 2x halve draai om de lengte-as
- 25 meter schoolslag
- 25 meter enkelvoudige rugslag
- 10 meter borstcrawl
- 10 meter rugcrawl
Kledingvoorschriften
- Badkleding
- T-shirt, hemd of blouse met lange mouwen
- Lange broek, jurk of rok tot de enkels
- Schoenen